Na twee Europese kampioenschappen bij de junioren startte ik op zaterdag 29 juni voor het eerst op het Europees kampioenschap bij de beloftes. De wedstrijd vond plaats in het Nederlandse Holten.
Vorig jaar stond ik ook al aan de start in Holten voor de ETU Junior Cup. Toen verloor ik de spurt voor de eerste plaats.
Dit jaar waren mijn verwachtingen iets minder groot dan mijn tweede plaats van vorig jaar. Aangezien ik als eerstejaars belofte moest opboksen tegen triatleten die tot 3 jaar ouder zijn. Hoe dan ook hing alles af van mijn zwembeurt.
We stonden aan de start met 3 Belgen, buiten mezelf deden ook Marten Van Riel en Peter Denteneer mee.
Ik stond, door mijn tamelijk goede startnummer van 23, dicht bij de goede zwemmers. In het begin van het zwemmen was het meer vechten dan zwemmen maar ik kwam er goed doorheen en had een heel goede eerste boei. In de terugkeer in de eerste ronde kon ik nog goed opschuiven. Vooraf had ik me mentaal proberen voor te bereiden op de “Australian exit” na de eerste van twee zwemrondes. Ik ging er van uit dat de eerste atleten al opnieuw zouden zijn ingedoken en aan hun tweede ronde begonnen maar tot mijn verbazing zag ik de eerste atleet niet veel voor mij uit lopen. Perfecte eerste zwemronde dus. Nu moest ik deze positie zien vast te houden in de tweede ronde. Toen ik terug in het water dook zag ik het nummer 225 rechts van mij zwemmen. Deze nummer hoorde bij mijn kamergenoot Peter Denteneer, een hele goede zwemmer en dus besloot ik om hem te volgen in de tweede ronde.
Ik kwam als ongeveer 15 de op het droge en na een goede wissel zat ik meteen in het eerste groepje. Ik besloot om meteen keihard mee op kop te rijden zodat enkele goede lopers niet meer zouden kunnen aansluiten. Al snel hadden we 30 seconden en eens we op de plaatselijke ronde waren besloot ik wat meer in de buik van onze 25 koppige kopgroep te gaan rijden. Ik paste de ‘De Cuyper’ truuk toe op de Holterberg: vooraan de groep beginnen en me tijdens de klim geleidelijk laten uitzakken om zo weinig mogelijk energie te verspelen. De laatste ronde deed ik dit niet en zo kwam ik als een van de eerste in T2.
Bij het uitlopen van de wisselzone waande ik me even in Pontevedra 2 jaar geleden. Toen ook kwamen Justus Nieschlag en ik samen uit T2 met een kleine voorsprong op de rest. Als snel kwamen er andere triatleten aansluiten en zette ik me op kop. Ik vond dat het niet aan mij was om het tempo hoog te leggen en dus liep ik niet vol door. Dit deed Salvisberg wel. Hij kwam snel voorbij maar ik kon hem wel volgen, toch voor even want na 2 kilometer voelde ik dat ik dit tempo geen 10 kilometer kon volhouden en schakelde ik een versnelling terug. Ondertussen had ik al een mooie voorsprong op het groepje dat voor plaats 4 liep. Maar de Spanjaard Vicente Hernandez, die een minder snelle wissel had, volgde op een 5-tal seconden. Ik kon mijn voorsprong op hem niet vergroten maar hij kwam ook niet terug op mij en zo liepen we voor enkele kilometers op 5 seconde van elkaar. Tot hij uiteindelijk met een drietal kilometer te gaan toch de aansluiting wist te maken, mede doordat ik mijn tempo wat liet zakken om op de sprint te gokken. Ik zette me in zijn zog en zo liepen we naar de aankomst. Ik wist van vorig jaar dat ik niet te snel mocht aangaan, zeker omdat de wind op kop stond. Ik zette vol aan op een 200 meter van het einde. Maar hij gaf niet op, ik moest tot het uiterste blijven gaan tot de laatste meters om zo als tweede over de finish te komen.
Nooit had ik verwacht tweede te kunnen worden. Mijn ambitie was een top tien maar dan moest alles goed mee zitten. Maar vandaag ging alles perfect: ik zwom zoals nooit eerder, fietsen ging makkelijk en in het lopen had ik een super gevoel.
Nu heb ik nog 3 jaar de tijd om 1 plaats beter te doen.